In zijn tweedelige interviewbundel Grenzen aan de groei uit 1972 schreef Willem Oltmans het volgende over de documentaire:
Dit symposium over het Rapport van de Club van Rome is het gevolg van een omschakeling in journalistieke belangstelling. Na twintig jaar voornamelijk met buitenlandse politiek bezig te zijn geweest stuitte ik eind 1970 op de Club van Rome.
Ik vertegenwoordigde die dagen de programmadienst van de N.O.S. <i></i>- televisie in de Verenigde Staten. Bij geruchte vernam ik in New York, dat de Sowjet-Unie en de Verenigde Staten gesprekken voerden over de oprichting van een Instituut voor toegepaste systeemanalyse. Ik benaderde McGeorge Bundy, destijds de Henry Kissinger van president John F. Kennedy, die ik kende uit de dagen van het Nieuw-Guinea-conflict. Hij bleek de onderhandelingen met de Russen te hebben overgedragen. Hij introduceerde mij bij zijn opvolger, dr. Philip Handler, president van de nationale academie van wetenschappen in Washington D.C.
Het was dr. Handler, die mij tevens inlichtte over het werk van professor Jay W. Forrester aan het Massachusetts Institute of Technology. Ook sprak dr. Handler over de Club van Rome en de opdracht van deze groep aan de systeemingenieurs van het M.I.T. om de grenzen aan de groei met behulp van computermodellen onder de loep te nemen.
Ton Neelissen, eindredacteur van het N.O.S.-programma Panoramiek liet mij de vrije hand, een documentaire over deze belangrijke informatie samen te stellen. Begin 1971 filmde ik achtereenvolgens dr. Handler (in Washington D.C.), professor Forrester (in Cambridge, Massachusetts), dr. Aurelio Peccei (in Rome: de oprichter en voorzitter van de Club van Rome; lid van de raad van bestuur van Fiat; vice-president van Olivetti; voorzitter van de Italiaanse denkfabriek Italconsult) en dr. Jermen M. Gvishiani (in Moskou: vice-voorzitter van de Sowjet-raad voor wetenschap en techniek en schoonzoon van premier Kosygin.)
De film werd 26 september 1971 in het N.O.S.-programma Panoramiek vertoond. Het was een wereldprimeur voor Nederland. Het bericht over de plannen voor een Russisch-Amerikaans Instituut voor toegepaste systeemanalyse verscheen 14 oktober 1971 op de voorpagina van de gezaghebbende New York Times en was afkomstig van de correspondent in Den Haag.
Het Rapport van de Club van Rome in zijn oorspronkelijke Amerikaanse ontwerp, Limits to growth, werd op 2 maart 1972 tijdens een plechtige bijeenkomst in het Smithonian Institute in Washington D.C. voor het Amerikaanse publiek en de Amerikaanse pers vrijgegeven.
Intussen zijn ook de plannen voor bovengenoemd Instituut verwezenlijkt. Op 4 oktober 1972 tekenden twaalf landen in Londen een overeenkomst, bij welke gelegenheid dr. Gvishiani tot eerste voorzitter voor een periode van drie jaar werd gekozen. Behalve de Verenigde Staten en de Sowjet-Unie nemen Italiė, Frankrijk, Engeland, Oost- en West-Duitsland, Polen, Bulgarije, Tsjecho-Slowakije, Japan en Canada aan het project deel. Het Instituut zal op 15 kilometer buiten Wenen in het achttiende-eeuwse Laxenberg-paleis worden gevestigd. Willem Oltmans, Grenzen aan de groei (deel 1) 9 De reactie van het Nederlandse publiek op deze eerste N.O.S.-produktie over de Club van Rome en het Rapport was overweldigend. De Kamer van Koophandel en Fabrieken te Rotterdam benaderde het Nederlandse lid van de Club van Rome, professor dr. C.J.F. Böttcher, en uit dit initiatief is de in 1972 in Rotterdam gehouden tentoonstelling over de Club van Rome voortgekomen. Zij werd door koningin Juliana geopend en trok 40 000 bezoekers. Een half jaar na de televisieuitzending.
Bron: Oltmans, W., Grenzen aan de groei, Deel I (1974, 8 en 9)
Reacties
Een reactie posten